Eenzijdige doofheid
01 Algemeen
02 Gehoor
03 SSD-oorzaken
04 SSD-gevolgen
05 Sociale effecten
06 SSD-ervaringen
07 SSD bij kinderen
08 Hoortoestellen
09 Hoorhulpmiddelen
10 Ondertiteling
BCD (Baha & Ponto)
11 BCD-indicatie
12 BCD-softband
13 BCD-schroef
14 BCD-operatie
15 Schroefproblemen
16 BCD-ontwikkeling
17 BCD-toestellen
18 BCD-gebruik
19 BCD-batterijen
20 BCD-accessoires
21 BCD-problemen
22 BCD-verzekering
23 BCD-ervaringen
24 Onderzoek
25 BCD-vergoeding
26 Politiek
Hieronder volgt de letterlijke tekst uit hoofdstuk 2 (“De inhoud van de zorgverzekering”), § 1 (“De te verzekeren prestaties”) van het Besluit zorgverzekering (Bzv) zoals die op dit moment geldt [bron: stichting AB].
Artikel 2.1
2. De inhoud en omvang van de vormen van zorg of diensten worden mede bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten.
3. Onverminderd hetgeen is bepaald in de artikelen 2.9 (...) heeft de verzekerde op een vorm van zorg of een dienst slechts recht voor zover hij daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen.
Artikel 2.4
1. Geneeskundige zorg omvat zorg zoals huisartsen, medisch specialisten, (...) die plegen te bieden, (...).
Artikel 2.9
1. Hulpmiddelenzorg omvat bij ministeriële regeling aangewezen, functionerende hulpmiddelen (...), waarbij kan worden geregeld:
2. De kosten van normaal gebruik van hulpmiddelen komen, tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald, voor rekening van de verzekerde.
3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de verzekerde voor een hulpmiddel een eigen bijdrage betaalt ter grootte van:
Hieronder volgt de letterlijke tekst uit hoofdstuk 2 (“Bepalingen omtrent de prestaties”), § 1 (“De prestaties en eigen bijdragen”), § 1.4 (“Hulpmiddelenzorg”) van de Regeling zorgverzekering (Rzv) zoals die op dit moment geldt [bron: stichting AB plus bijlage 3].
Artikel 2.6
1. De aangewezen hulpmiddelen (...) zijn:
Artikel 2.14
1. Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g omvatten:
2. Als een bijzondere uitvoering van een elektroakoestisch hoortoestel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a wordt beschouwd:
3. Indien de aanschaffingskosten van een hoortoestel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, hoger zijn dan € 496,50 en een toestel voor de eerste keer wordt verstrekt, dan wel korter dan zes jaar geleden aan de verzekerde is verstrekt, betaalt de verzekerde van zestien jaren of ouder een bijdrage ter grootte van het verschil tussen de aanschaffingskosten en dit bedrag.
4. Indien de aanschaffingskosten van een hoortoestel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, hoger zijn dan € 587,50 en een toestel langer dan zes, maar korter dan zeven jaren geleden aan de verzekerde is verstrekt, betaalt de verzekerde van zestien jaren of ouder een bijdrage ter grootte van het verschil tussen de aanschaffingskosten en dit bedrag.
5. Indien de aanschaffingskosten van een hoortoestel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, hoger zijn dan € 678 en een toestel zeven jaren of langer geleden aan de verzekerde is verstrekt, betaalt de verzekerde een bijdrage ter grootte van het verschil tussen de aanschaffingskosten en dit bedrag. Voor een verzekerde van jonger dan zestien jaren geldt de gebruiksduur van zeven jaren of langer geleden niet.
6. Indien sprake is van een hoortoestel in cros-, bicros- of beengeleideruitvoering, opgenomen in een brilmontuur, wordt het bedrag, genoemd in het derde, vierde en vijfde lid vermeerderd met € 64.
Artikel 2.26
Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel t omvatten:
j. signaleringsapparatuur en een alarmeringssysteem zijnde:
Artikel 2.29
Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel aa omvatten soloapparatuur met toebehoren, indien er sprake is van een indicatie, vermeld in bijlage 3, onderdeel 12 van deze regeling alsmede indien de verzekerde:
Artikel 2.31
Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel cc omvatten vervanging van botverankerde hoortoestellen die kunnen worden aangesloten op een te implanteren beengeleider, indien voldaan is aan een van de zorginhoudelijke criteria, vermeld in bijlage 3, onderdeel 4 van deze regeling en een luchtgeleidingstoestel redelijkerwijs niet kan worden aangepast.
Bijlage 3
4. Zorginhoudelijke criteria voor hoortoestellen zijn:
5. Zorginhoudelijke criteria voor ringleidingen, infraroodapparatuur en FM-apparatuur voor geluidsoverdracht zijn:
10. Een indicatie voor wek- en waarschuwingsinstallatie is aanwezig:
12. Zorginhoudelijke criteria voor soloapparatuur zijn:
Hieronder volgt de door het CVZ voorgestelde tekst voor hoofdstuk 2 (“Bepalingen omtrent de prestaties”), § 1 (“De prestaties en eigen bijdragen”), § 1.4 “Hulpmiddelenzorg” van de Regeling zorgverzekering (Rzv) bij een functiegerichte verstrekking van hoorhulpmiddelen.
Artikel 2.6
1. De aangewezen hulpmiddelen (...) zijn:
Artikel 2.10
1. Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, onderdeel c omvatten:
2. De zorg, bedoeld in het eerst lid, omvat niet deels implanteerbare hoorhulpmiddelen.
3. Een indicatie voor de in het eerste lid bedoelde hulpmiddelen is eveneens aanwezig als sprake is van een bijzondere individuele zorgvraag.