Eenzijdige doofheid
01 Algemeen
02 Gehoor
03 SSD-oorzaken
04 SSD-gevolgen
05 Sociale effecten
06 SSD-ervaringen
07 SSD bij kinderen
08 Hoortoestellen
09 Hoorhulpmiddelen
10 Ondertiteling
BCD (Baha & Ponto)
11 BCD-indicatie
12 BCD-softband
13 BCD-schroef
14 BCD-operatie
15 Schroefproblemen
16 BCD-ontwikkeling
17 BCD-toestellen
18 BCD-gebruik
19 BCD-batterijen
20 BCD-accessoires
21 BCD-problemen
22 BCD-verzekering
23 BCD-ervaringen
24 Onderzoek
25 BCD-vergoeding
26 Politiek
Eenzijdige doofheid wordt vaak bestempeld als een onzichtbare handicap. Ik weet uit eigen ervaring dat mensen in het algemeen niets merken van het feit dat iemand eenzijdig doof is. Toch zijn er meerdere sociale effecten te bedenken die kunnen wijzen op deze handicap.
Eenzijdig doven gedragen zich vaak op manieren die hen in staat stellen beter te kunnen horen. Dit — vaak onbewuste — gedrag kan bij anderen vreemd over-komen, zeker als de gesprekspartner niet op de hoogte is van de handicap. Sommige eenzijdig dove personen vragen zich dan ook af wat voor eerste indruk ze achterlaten bij anderen, en wat voor effecten dat heeft op de verhouding met die mensen [bron: ervaringen van Dushaw].
In de (Engelstalige) video hieronder wordt op komische wijze een aantal situaties uit de praktijk weergegeven, waar een eenzijdig dove onder andere tegenaan loopt.
De informatie in dit hoofdstuk is grotendeels afkomstig uit de volgende bronnen: 'Technology for people deaf in one ear', 'It's just one ear ... What's the big deal?' en 'Providing mental health services to people who are hard of hearing'.
Eenzijdig dove personen zullen een plaats kiezen, waarbij eventuele sprekers zich aan de normaal horende zijde bevinden. Dit betekent bijvoorbeeld dat zij zoveel mogelijk op de (juiste) hoek willen zitten, zodat de kans om aan de dove zijde te worden aangesproken zo klein mogelijk is. Echter, in de praktijk zijn zulke plaatsen om talloze redenen vaak al bezet. Dit lijkt misschien een eenvoudig op te lossen probleem. Immers, eenzijdig doven hebben leren spreken en kunnen toch vragen om daar te mogen zitten? Ze zullen er vast begrip voor hebben als ze de situatie even uitleggen, toch?
Hier wordt in het algemeen iets te makkelijk over gedacht, nog los van de assertiviteit van de betreffende eenzijdig dove persoon. Het is niet leuk om de hele dag door mensen op je handicap te wijzen. Het is niet alleen vermoeiend om steeds weer een verklaring te geven, maar bovendien is het niet iets waar je mee te koop loopt. Het kan verder "zeurderig" over komen, en niet iedereen heeft er begrip voor.
Een voorbeeld. Stel, in een vliegtuig zit iemand op een aan hem toegewezen plaats, geheel links "aan het raampje met uitzicht". Dan ga ik — als linkszijdig dove — niet vragen of ík daar zou mogen zitten. Bovendien weet je vaak ook niet tevoren of je met iemand zult gaan spreken. Hoe vaak zit je niet in een trein zonder enige verbale communicatie? Dan zou het raar zijn dat je bij het plaats nemen even vraagt, of jij op die plaats zou mogen zitten. Al weet je dan wel zeker dat er een gesprek zal starten, maar niet over het onderwerp waar je op dat moment behoefte aan hebt. Zeker niet als iedereen in het rijtuig meeluistert.
Voor hun gevoel hebben eenzijdig horenden een soort van muur aan hun dove zijde. Dit betekent dat ze hoe dan ook zullen proberen te vermijden dat andere personen zich aan die zijde bevinden. Dit levert soms gênante situaties op, als om welke reden dan ook gesprekspartners aan de "verkeerde" kant belanden. De eenzijdig dove doet er dan goed aan om alsnog aan de andere zijde terecht te komen. Dit komt alleen vreemd over; mensen met wie je meeloopt raken je soms kwijt, en voilà daar duik je ineens op aan hun andere zijde.
Eenzijdig dove personen zullen, wanneer hun gesprekspartner om welke reden dan ook zich aan de dove zijde bevindt, hun werkende oor zoveel mogelijk naar hen richten. Zeker in een rumoerige ruimte, of wanneer de betreffende persoon fluistert, of zijn stem een bepaalde frequentie heeft waardoor deze lastig is te verstaan. Daarbij zullen ze hun hoofd moeten draaien, alsof ze steeds achterom kijken [bron: ervaringen van Dushaw].
Een voorbeeld waarbij dit tot lastige situaties kan leiden. In mijn jeugd bezochten we regelmatig een kerkdienst. Daar golden de ongeschreven regels dat je niet achterom de kerk in mocht kijken, en vooral niet te veel lawaai mocht maken. Wij zaten in de linker helft van de kerk, waarbij ik vaak aan de buitenkant rechts in de kerkbank zat om zoveel mogelijk de pastoor te kunnen zien spreken. Immers, door de galm was bijvoorbeeld zijn preek niet te volgen. Maar als je links doof bent, is het lastig "horen" wat je ouders al fluisterend duidelijk probeerden te maken, zonder daarbij je hoofd te draaien.
Als mensen staand vanaf de dove zijde met een eenzijdig dove aan het praten zijn, dan treedt er een raar proces van rondjes draaien op. Een linkszijdig dove persoon bijvoorbeeld zal dan zijn hoofd draaien om zijn rechter oor naar de linker zijde te richten. Vaak gaat de gesprekspartner vervolgens een stap naar rechts om hem weer aan te kunnen kijken. Het gevolg is dat de eenzijdig dove nog verder door draait om juist weer beter te kunnen horen. Dit proces herhalend, zorgt ervoor dat in rondjes wordt gedraaid [bron: ervaringen van Dushaw].
Eenzijdig dove mensen hebben de neiging steeds naar de mond van de spreker te willen kijken om zo spraak af te kunnen zien (liplezen).
Als de gesprekspartner zich op korte afstand bevindt (bijvoorbeeld direct naast de eenzijdig dove persoon), dan zal het opvallen dat hij de gesprekspartner niet in de ogen aankijkt, maar "in de mond". Omdat dit een beetje gênant is, zouden eenzijdig doven dit kunnen gaan mijden met als direct gevolg dat ze net zo veel horen, maar minder verstaan.
Als zich aan de dove zijde een andere persoon bevindt, dan zullen eenzijdig doven regelmatig checken of de ander een vraag stelt, of een gesprek is begonnen (hopelijk niet al te ver daarvoor!). Omdat de ander zich buiten het directe gezichtsveld van de eenzijdig dove persoon bevindt, zal deze regelmatig zijn ogen of het hoofd draaien om te kunnen zien of de ander hem aanspreekt.
Dat de ander steeds wordt aangekeken — zonder dat een gesprek volgt — laat een vreemde indruk achter. Maar het wordt nog eens extra gênant, als de eenzijdig dove persoon dénkt gehoord te hebben dat de ander iets gezegd heeft. Het is niet leuk om iemand te vragen wat die ook al weer zei, terwijl deze geen woord met je bleek te hebben gewisseld.
Als eenzijdig doven van achteren — buiten het zicht — benaderd worden, dan kan dat leiden tot een schrikreactie, zodra ze aangesproken worden. Dit komt doordat ze de ander dan niet hebben kunnen horen aankomen.
Als er van iets verder af een onverwacht geluid opduikt, dan zullen eenzijdig dove personen verschrikt rond kunnen kijken. Omdat zij niet of nauwelijks de richting kunnen bepalen, zullen ze op hun zicht moeten afgaan.
Het vraagt zowel van normaalhorenden als van eenzijdig doven een extra inspanning om met elkaar te communiceren. De normaalhorenden omdat deze zich vaak zullen moeten herhalen; de eenzijdig doven omdat ze zich continu moeten inspannen om iemand te kunnen verstaan, om steeds alert te zijn op wat ze eventueel kunnen missen. En wat wil je ook na een hele dag van kijken, volgen, meedenken, vooruitdenken, terugkoppelen, associëren, combinaties maken, het foute spoor loslaten en het goede spoor weer proberen op te pakken?
Slechthorende werknemers zijn bijna drie keer zo vaak vermoeid als personeel met een goed gehoor. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Maastricht en het Arbeidscentrum Viataal. Volgens de onderzoekers hebben slechthorenden een grotere kans op uitval en burn-out, omdat ze meer energie moeten steken in attent zijn en het vergaren van informatie [bron: nu.nl].
De ene eenzijdig dove persoon heeft meer last van vermoeidheidsverschijnselen dan de andere. Dat kan te maken hebben met hoe vaak je je in rumoerige gelegenheden begeeft, en van bijvoorbeeld je beroep. Immers, hele dagen vergaderen is voor een slechthorende vermoeiender dan wanneer deze werkzaamheden verricht die minder communicatie vereisen. Bovendien verschilt de snelheid van intreden van vermoeidheid — net als bij normaal horende mensen — van persoon tot persoon.
Eenzijdig doven kunnen soms onterecht van oostindische doofheid (in het Engels ‘selective hearing’) worden beschuldigd, omdat ze op het ene moment wel, en op het volgende moment niet lijken te horen.