Eenzijdige doofheid
01 Algemeen
02 Gehoor
03 SSD-oorzaken
04 SSD-gevolgen
05 Sociale effecten
06 SSD-ervaringen
07 SSD bij kinderen
08 Hoortoestellen
09 Hoorhulpmiddelen
10 Ondertiteling
BCD (Baha & Ponto)
11 BCD-indicatie
12 BCD-softband
13 BCD-schroef
14 BCD-operatie
15 Schroefproblemen
16 BCD-ontwikkeling
17 BCD-toestellen
18 BCD-gebruik
19 BCD-batterijen
20 BCD-accessoires
21 BCD-problemen
22 BCD-verzekering
23 BCD-ervaringen
24 Onderzoek
25 BCD-vergoeding
26 Politiek
Om te begrijpen waar (eenzijdig) gehoorverlies vandaan kan komen, moeten we meer weten van de onderdelen van onze oren, en begrijpen hoe het gehoor in grote lijnen werkt. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste oordelen beschreven, en wordt de werking van ons gehoor uitgelegd. Ten slotte worden verschillende categorieën van gehoorverlies besproken.
Bij het oor denken we vaak aan de oorschelp, maar daarachter zit eigenlijk pas het werkelijke oor. Bovendien spelen de hersenen een cruciale rol om geluiden te kunnen interpreteren. In de onderstaande figuur zijn de verschillende onderdelen van het gehoorsysteem schematisch weergegeven.
De belangrijkste termen uit de bovenstaande figuur staan in de onderstaande tabel gegeven, samen met een Engelse vertaling en de bijbehorende medische term. Bovendien zijn links toegevoegd voor degenen die meer detailinformatie over deze onderdelen willen weten.
Nederlands | Engels | medische term |
oorschelp | ear | pinna |
gehoorgang | auditory canal | auditory canal |
trommelvlies | ear drum | membrana tympani |
hamer | hammer | malleus |
aambeeld | anvil | incus |
stijgbeugel | stirrup | stapes |
buis van Eustachius | eustachian tube | tuba auditiva |
ovaal venster | oval window | fenestra ovalis |
slakkenhuis | cochlea | cochlea |
evenwichtsorgaan | semicircular canals | labyrint |
gehoorzenuw | auditory nerve | nervus cochlearis |
evenwichtszenuw | vestibular nerve | nervus vestibularis |
hersenen | brains | cerebrum |
De hierboven genoemde ooronderdelen vormen het buiten-, midden- en binnenoor. Hieronder worden zij — samen met hun functies — per subparagraaf verder toegelicht.
Het buitenoor bestaat uit de oorschelp en de gehoorgang. De oorschelp helpt normaalhorenden bij het richtinghoren. De gehoorgang is een holle buis waardoor het geluid naar het middenoor wordt geleid.
Hoewel het richtinghoren zal worden belemmerd, kan iemand zonder oorschelp(en) wel horen. Echter, als de gehoorgang gesloten is door bijvoorbeeld een oorprop, dan kan er een gehoorverlies optreden. Zie de animatie met geluid en ondertiteling voor meer toelichting. Ook kan het zijn dat tijdens de zwangerschap de gehoorgang niet (volledig) ontwikkeld wordt, waardoor geluiden het middenoor niet via de normale weg zullen kunnen bereiken.
De gehoorgang wordt aan het einde afgesloten door het trommelvlies. Hier begint het middenoor en deze eindigt bij het slakkenhuis. Nadat het trommelvlies de doorgeleide luchttrillingen heeft opgevangen, worden de drie gehoorbeentjes — de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel — in trilling gebracht. De stijgbeugel geeft deze mechanische trillingen door aan het binnenoor.
Als gevolg van een middenoorontsteking kan gehoorverlies ontstaan. Zie eventueel de animatie voor een toelichting.
Via de buis van Eustachius staat het middenoor in verbinding met de neus en de keelholte. Deze buis zorgt er normaal gesproken voor dat bij iedere slikbeweging het drukverschil aan weerszijden van het trommelvlies ongedaan worden gemaakt. Bij erg grote drukverschillen krijgen sommige mensen last van oorpijn, bijvoorbeeld bij het opstijgen in een vliegtuig, of bij het rijden in een auto door bergenpassen. Door het drukverschil bolt het trommelvlies namelijk een bepaalde kant op, afhankelijk van of je stijgt of daalt.
Het ovale venster vormt de ingang van het slakkenhuis in het binnenoor. In het met vloeistof gevulde slakkenhuis zitten ongeveer twintigduizend haarcellen. De haren van deze cellen gaan door de geluidsgolven in de vloeistof van het slakkenhuis bewegen en vertalen deze bewegingen in zenuwpulsen. Dankzij de spiraalvorm — waar het slakkenhuis zijn naam dankt — bevatten deze elektrische signalen ook informatie over de frequentie van de opgevangen geluiden.
Verder bevat het binnenoor drie cirkelvormige kanalen die het evenwichtsorgaan vormen. Dit orgaan geeft elektrische signalen door aan de hersenen via de evenwichtszenuw. Bij mensen die bijvoorbeeld lijden aan de Ziekte van Ménière werkt het evenwichtsorgaan niet naar behoren. Zie eventueel de animatie voor meer informatie. Aangezien het evenwichtsorgaan geen directe invloed heeft op het vermogen om te horen, zullen we dit onderdeel van het oor verder niet behandelen.
Ten slotte worden de elektrische signalen via de gehoorzenuw aan het gehoor-centrum in de hersenen doorgegeven.
Elk gehoorverlies is weer anders en kan worden beschreven door de volgende drie karakteristieken: het type gehoorverlies, de mate van het gehoorverlies en de vorm van het gehoorverlies.
Gehoorverlies kan worden getypeerd door waar of welk deel van het gehoorsysteem is beschadigd. Er wordt onderscheid gemaakt naar drie basistypen gehoorverlies [bron: ASHA]:
Conductief gehoorverlies. Er is sprake van een conductief verlies of geleidingsdoofheid, als geluid niet efficiënt wordt geleid door de gehoorgang naar het trommelvlies en de gehoorbeentjes in het middenoor. Normaliter leidt dit type gehoorverlies tot een vermindering van de geluidsintensiteit of tot meer moeilijkheden om zachte geluiden te horen. Dit type gehoorverlies kan vaak medisch of operatief worden hersteld.
Perceptief gehoorverlies. Er is sprake van een perceptief of binnenoordoofheid (in het Engels ‘sensorineural’), als het binnenoor of de gehoorzenuw is beschadigd. Dit type gehoorverlies kan niet medisch of operatief worden verholpen en is permanent. Het houdt niet alleen een vermindering van het geluidsniveau of meer moeilijkheden om zachte geluiden te horen in, maar tast ook het spraakverstaan of het vermogen om helder te horen aan.
Gemengd gehoorverlies. Soms treedt een conductief gehoorverlies in combinatie met een perceptief gehoorverlies op. Dat wil zeggen een combinatie van schade in het buiten- of middenoor én het binnenoor of de gehoorzenuw. Dit wordt een gemengd gehoorverlies genoemd.
Geluid bestaat uit golfbewegingen. Elke volledige golfbeweging heet een trilling. Geluidsgolven oefenen een druk uit op de oppervlakten waarmee ze contact hebben. Die druk wordt gebruikt als een maat voor de geluidssterkte of intensiteit en wordt uitgedrukt in aantallen decibel (afgekort dB) [bron: anders-naar-de-bib.be].
Om gevoel te krijgen bij het aantal decibellen dat bij bepaalde geluiden hoort, staan enkele voorbeelden in de onderstaande figuur afgebeeld [bron: BostonTeaParty.nl]:
De pijngrens ligt op een niveau van ongeveer 140 dB, ofwel een opstijgend vliegtuig. De mate van gehoorverlies wordt op basis van het aantal decibellen gehoorverlies ingedeeld in vijf categorieën [bron: Oorakel]:
Overigens staat deze indeling los van het feit hoe iemand met zijn restgehoor omgaat. Het kan zijn dat twee mensen met exact hetzelfde gehoorverlies totaal anders daarop reageren.
Het aantal trillingen dat een geluidsbron per seconde voortbrengt, heet de frequentie welke in aantallen Hertz (afgekort Hz) wordt uitgedrukt. Onder normale omstandigheden kan een menselijk oor geluiden waarnemen tussen de 20 en 20.000 Hz. De spraakklanken liggen (ongeveer) tussen de 500 en de 4000 Hz. Hoe hoger de toon die we horen, des te hoger de frequentie [bron: anders-naar-de-bib.be].
Bij elke frequentie kan een andere mate van gehoorverlies aanwezig zijn. De vorm van het gehoorverlies geeft de mate van het verlies bij elke frequentie weer. Zo kan een gehoorverlies enkel de hoge frequenties raken. Deze persoon heeft dan een goed gehoor in de lage, maar een slecht gehoor in de hoge frequenties. De vorm van het gehoorverlies kan ook vlak zijn, duidend op hetzelfde verlies in de hoge als ook in de lage frequenties [bron: ASHA].
Naast de hierboven genoemde categorieën kan gehoorverlies ook als volgt worden getypeerd [bron: ASHA]:
Bilateraal en unilateraal gehoorverlies. Bilateraal (of tweezijdig) gehoorverlies betekent dat twee oren een gehoorverlies hebben, tegenover één oor bij unilateraal (of eenzijdig);
Symmetrisch en asymmetrisch gehoorverlies. Symmetrisch gehoorverlies betekent dat de mate en vorm van gehoorvlies hetzelfde is in beide oren. We spreken over een asymmetrisch gehoorverlies, als de mate en/of vorm van het gehoorverlies verschillend is in beide oren.
Progressief en plotseling gehoorverlies. Progressief gehoorverlies betekent een gehoorverlies dat zich over een langere periode steeds verder verslechtert. Een plotseling gehoorverlies treedt acuut of binnen enkele dagen op.
Fluctuerend en stabiel gehoorverlies. Fluctuerend gehoorverlies betekent een gehoorverlies dat zich soms weer (deels) herstelt, danwel weer verslechtert. Bij een stabiel gehoorverlies treedt er geen verandering op in het gehoorverlies.
Congenitale en verworven gehoorverlies. Congenitale (of aangeboren) gehoorverlies betekent dat het gehoorverlies al aanwezig was vóór de geboorte; verworven gehoorverlies is pas op latere leeftijd ontstaan.
Zoals we in een eerdere paragraaf hebben gelezen, kan gehoorverlies naar geleidings- en/of perceptief verlies worden ingedeeld. Merk op dat ook een enkelzijdig gehoorverlies zowel conductief, perceptief als gemengd kan zijn. SSD — wat staat voor ‘single-sided deafness’ — wordt vaak als synoniem voor eenzijdige binnenoor- of perceptieve doofheid gebruikt. Deze website is meer in het algemeen op enkelzijdige doofheid gericht, dat wil zeggen dat SSD vaak ook gelezen kan worden als eenzijdige geleidingsdoofheid. Misschien is SSSD een betere afkorting voor eenzijdige binnenoordoofheid, ofwel ‘single-sided sensorineural deafness’.
De fabrikant en leverancier van het Baha-toestel Cochlear heeft de afkorting SSD voor eenzijdige binnenoordoofheid geïntroduceerd. Merk op dat Cochlear bij de afkorting SSD consequent het trademark-symbool () gebruikt. Dit symbool wordt gebruikt bij merken die gedeponeerd zijn, maar nog niet in het merkenregister zijn ingeschreven. Het trademark-symbool heeft in tegenstelling tot het geregistreerde merk ® geen juridische betekenis.
Oorsuizen of ‘tinnitus’ is een aandoening waar veel mensen wel eens last van hebben. De mate waarin de hinder optreedt, verschilt per persoon. De een ervaart een af en toe optredende en kortdurende pieptoon in het oor, terwijl de ander een voortdurend aanwezig piepen of ruisen hoort, dat soms ook nog eens heel luid klinkt.
In vrijwel alle gevallen gaat het bij tinnitus om een geluid dat anderen niet kunnen horen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aanwijzingen gevonden dat tinnitus te maken heeft met veranderingen in het centraal auditieve systeem (het hersengedeelte dat geluid verwerkt) [bron: UMC St. Radboud]. De veranderingen kunnen het gevolg zijn van (eenzijdig) gehoorverlies, bijvoorbeeld als gevolg van plotsdoofheid, de Ziekte van Ménière of een brughoektumor.
In het onderstaande audiofragment vertelt Thom de Graaf over tinnitus [bron: NVVS].
In het UMC St. Radboud in Nijmegen kan de kno-arts iemand doorverwijzen naar het tinnitusteam van het AC. De van oudsher veel aangehangen en nog steeds veel gehoorde opvatting is dat er weinig te doen is aan tinnitus, maar in veel gevallen zijn er wel degelijk mogelijkheden om de klachten te verlichten. Niet zozeer met een operatie of medicijnen, maar wel in het ermee leren omgaan. Hierdoor kan de kwaliteit van leven worden verbeterd. Een aantal zaken waar dan aan gedacht kan worden [bron: UMC St. Radboud]:
Voorlichting kan een deel van de verontrusting wegnemen; voor velen is een gesprek een belangrijke eerste stap in de gewenning en de acceptatie van tinnitus.
Vermindering van stress of spanning kan leiden tot een verlichting van de tinnitus.
Vermindering van alcohol, tabak en medicijnen kan leiden tot een verlichting van de tinnitus.
Het loslaten van de neiging om zelf te zoeken naar een oorzaak van de tinnitus, waardoor de kans bestaat extra negatieve gevoelens te krijgen.
Vaak ervaart een patiënt de tinnitus minder als er veel omgevingsgeluid is. Mogelijk kan de tinnitus worden verlicht door doelbewust extra geluid aan te bieden, bijvoorbeeld door een hoortoestel of een zogenaamd maskeertoestel aan te passen [bron: UMC St. Radboud].
Een (botverankerd) hoortoestel laat niet de tinnitus verdwijnen, maar doordat je meer van buiten hoort, ligt de focus minder op de ongewenste geluiden van binnenuit. Zodra het toestel — bijvoorbeeld 's nachts — wordt afgedaan, lijkt het of de tinnitus in alle hevigheid terug is gekomen, terwijl het er altijd al was geweest [bron: BUSK].
Een maskeertoestel (of tinnitusmaskeerder) produceert een ruis, waarbij vooral mensen met tinnitus in de vorm van "hoge" tonen hier baat bij kunnen hebben. Een maskeertoestel kan verschillende (achtergrond)geluiden voortbrengen: geluiden van water, hartslag, regen, wind, et cetera. Het is nog niet gebleken dat antigeluid helpt. Het geluid van tinnitus wordt uiteindelijk geproduceerd door de hersenen en is geen echt geluid. Een geluid in de zogenaamde tegenfase blijkt dan geen enkel effect te resulteren [bron: Tinnitus.nl].
Van tijd tot tijd worden er op het AC van het UMC St. Radboud in Nijmegen informatiebijeenkomsten georganiseerd voor tinnituspatiënten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt een beeld gegeven van verschijningsvormen, mogelijke oorzaken en behandelingsmogelijkheden (medisch, audiologisch en psychosociaal). Het doel is om te komen tot [bron: UMC St. Radboud]: